Afspraken over taal maken in je klas? We tonen je hoe dat kan!
Een comfortabele talensituatie in je klas, begint met goede afspraken. We adviseren je om die te maken. Hieronder enkele voorbeelden:
Betrek je cursisten
Cursisten leven afspraken beter na als ze die mee hebben bedacht of besproken. Denk er dus aan om je cursisten te betrekken bij je richtlijnen over taalgebruik in de klas. Geef hen de ruimte om mee na te denken en feedback te geven. Leg hen ook uit waarom je een bepaalde beslissing neemt.
Het is belangrijk om je cursisten duidelijk te maken dat het taalgebruik in de klas altijd in functie van de lesdoelstellingen staat. Sommige opdrachten lenen zich nu eenmaal niet tot het inschakelen van andere talen. Je wil thuistalen in de klas toelaten als ze nuttig zijn voor je lesverloop, niet als ze dat minder efficiënt maken. Test verschillende aanpakken uit en stuur bij waar dat nodig is.
Evalueer de gemaakte afspraken regelmatig met je cursisten. Hun feedback geeft je waardevolle input om de afspraken bij te sturen.
Maak de afspraken zichtbaar
Maak de afspraken duidelijk zichtbaar in je klas of op de school. Dat kan je op verschillende manieren doen.
De cursisten ontwerpen zelf een leuke eye-catcher? Of je noteert de afspraken op een schoolbord of post-its in je klas?
Die zichtbaarheid kan ook minder letterlijk. Bij een opdracht kan je bijvoorbeeld duidelijk aangeven welk onderdeel in een andere taal kan, welke ‘productietaal’ je verwacht, hoe lang je cursisten in hun thuistaal kunnen overleggen, … Schep duidelijkheid en maak je verwachtingen over het taalgebruik van je cursisten concreet.