Fase 1: connecteren via een mini-dialoog
- Goeiemorgen
- Hoe is 't?
- Goed. En met jou?
- Ook goed. Mooi weer hé.
- Nog een fijne dag hé!
Waarom hierop oefenen?
Dit is de meest basale vorm van connectie maken met bekenden en onbekenden. Heel veel van onze dagelijkse gesprekken en ontmoetingen bevatten deze dialoog. Als cursisten deze mini-dialoog vlot en automatisch kunnen reproduceren geeft het hun zelfvertrouwen om te durven communiceren.
Wat moet ik doen in deze fase?
- Leer de cursisten deze mini-dialoog aan, bijvoorbeeld via koorspreken en daarna oefenen in duo's.
- Geef de cursisten de opdracht om de mini-dialoog buiten de klas te gebruiken.
- Faseer eventueel het uitvoeren van de mini-dialoog buiten de klas. Eerst met de klas naar de ingang van het gebouw mensen begroeten met de mini-dialoog, daarna individueel, maar wel nog in het gebouw waar je cursisten les volgen en tenslotte individueel thuis.
- Neem nadien zeker de tijd om terug te koppelen. Je kan cursisten in groepjes naar elkaars opname laten luisteren. Je kan cursisten ook uitnodigen om plaats te nemen in hoeken van de klas. Hoek 1 is voor de cursisten die de opdracht buiten de klas maakten. Hoe was het? Was het moeilijk? Leuk? Hoek 2 is voor de cursisten die de opdracht niet maakten. Waarom heb je het niet gedaan? Wat kan jou helpen om het de volgende keer wel te doen? Dit gesprek kan ook in een contacttaal.
Werken met audio-opnames
- Zorg ervoor dat cursisten voldoende voorbeelden horen van de dialoog die ze zelf goed moeten kunnen. Je kan zelf een opname maken of deze opname gebruiken.
- Moedig cursisten aan om zelf opnames te maken, in de klas, maar ook van hun dialoogje buiten de klas.
- Je kan met je klas een WhatsAppgroep maken en als lesgever spraakopnames posten als voorbeeld voor de cursisten.
- Maak je liever geen WhatsAppgroep? Laat je opnames van voorbeeldgesprekken klassikaal beluisteren. Laat cursisten ook zelf spraakopnames maken met hun smartphone die ze daarna aan een collega-cursist laten horen.
- Geef klassikale feedback op de meest gemaakte fouten.
Tip
Laat cursisten vooraf nadenken met wie ze de mini-dialoog gaan voeren. Dat verhoogt de kans dat ze het ook effectief gaan doen. Dit mag in deze fase nog met hun partner, vriend of familie zijn die geen Nederlands spreekt.
Fase 4: spion (luisterdurf)
Lees meer
Fase 5: niet blokkeren, communiceren
Lees meer
Fase 6: en nu in de realiteit!
Lees meer
Fase 7: feedback
Lees meer