Ons verhaal
Het Huis van het Nederlands Brussel opent in 2003. Ondertussen komen er elk jaar duizenden bezoekers naartoe die Nederlands willen leren, organiseert het Huis oefenkansen Nederlands en is het de taalpartner van tientallen Brusselse organisaties, bedrijven, scholen en opleidingen.
Oprichting
Het Huis van het Nederlands Brussel start in september 2003. In 2004 krijgt het, samen met de Huizen van het Nederlands in elke Vlaamse provincie en in de steden Antwerpen en Gent, een eigen decreet.
De kernopdracht: zelf geen lessen geven, maar bepalen welke cursus of welk traject het best past voor volwassenen die Nederlands willen leren.
Het Huis van het Nederlands Brussel krijgt er van bij de start 3 opdrachten bij:
- taalpromotie: Brusselaars stimuleren om Nederlands te leren, te oefenen én te gebruiken
- ondersteuning NT2: Brusselse taallessen en andere initiatieven afstemmen op de Brusselaars en de stad
- taalbeleid: Brusselse diensten, organisaties en bedrijven ondersteunen bij vragen over Nederlands in hun werking
200 000 klanten op 20 jaar
Op 15 september 2003 ontvangt het Huis van het Nederlands Brussel de allereerste klant. De dienstverlening voor Brusselaars die een cursus Nederlands zoeken krijgt een pijlsnelle start. Op de derde verjaardag van het Huis zijn er al 20 000 klanten geholpen en op de twintigste verjaardag van het Huis staat de teller op meer dan 200 000.
Sociaal-professionele inschakeling van anderstaligen
Hoe kunnen we anderstaligen snel Nederlands leren gebruiken in situaties die voor hén belangrijk zijn. Al in de beginjaren gaat het Huis samen met de opleidingssector op zoek naar methodes om te werken aan taal terwijl je een vak leert. De centrale vraag: hoe geef je in een meertalige context het Nederlands een plaats binnen je opleiding? Het is de start van de werking van het Huis voor werkervaringsorganisaties en opleidingen.
Het doel is om de sociaaleconomische positie van Brusselaars versterken door hun taalkennis te vergroten.
Professionals bereiken
Met de campagne ‘Les commerçants bruxellois se mettent au néerlandais’ (2005) bereikt het Huis het grote publiek. De eerste stap zijn 200 winkelverkopers die lessen Nederlands volgen. Niet op school maar op de werkvloer.
Na de winkelstraten volgen de ziekenhuizen, de horeca en de Brusselse gemeenten. Vandaag kent het Huis een uit de kluiten gewassen aanbod voor organisaties, scholen en bedrijven. Met advies rond taalbeleid, vormingen en begeleidingen voor medewerkers.
Taalpromotie en oefenkansen
Het Huis van het Nederlands Brussel gelooft dat oefenkansen in het taalleerproces noodzakelijk zijn.
Van bij de start lanceert het acties om Brusselaars te laten kennismaken met sportieve, culturele en andere activiteiten in het Nederlands. Vandaag brengt ons evenement Allez:NL elk jaar zo’n 3.000 cursisten naar activiteiten bij 60 organisaties.
Vanaf 2014 organiseert het Huis — dankzij de fusie met vzw Bru-taal — ook zelf oefenkansen: de Babbelut-conversatietafels. Het Huis breidt uit met de tientallen Nederlandstalige vrijwilligers van de conversatietafels.
Van acht Huizen naar één Brussels Huis en drie agentschappen
Voor de acht Huizen van het Nederlands is 2015 een belangrijk jaar. Zeven van de acht Huizen verdwijnen door fusies met de onthaalbureaus, integratiediensten en sociale tolken. Er ontstaan 3 grote agentschappen:
- het Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering
- het Gentse Agentschap Amal
- het Antwerpse Agentschap Atlas
In Brussel blijft het Huis van het Nederlands Brussel bestaan. Het Huis blijft daarmee hét adres voor alle Brusselaars die Nederlands willen leren of oefenen.
Motivatieonderzoek
Op 1 juni 2023 presenteert het Huis van het Nederlands Brussel de conclusies van het Motivatieonderzoek NT2-leerders. Ze zijn het resultaat van 3 jaar onderzoek. Dat bevestigt dat wie Nederlands leert in een meertalige stad als Brussel — voor werk, kinderen of vrije tijd — extra moeite moet doen om de taal te kunnen spreken. Het toont opnieuw het belang aan van de rol die het Huis van het Nederlands Brussel en zijn partners in die context kunnen spelen.