Kinderdagverblijven zijn geen eilanden. Noem ze gerust miniversies van de maatschappij waarin we leven. Zeker in het Brussels Gewest, waar verschillende talen en culturen elkaar ontmoeten. Dat zorgt voor een unieke situatie in de Nederlandstalige kinderdagverblijven. In principe zijn ze Nederlandstalig, maar het merendeel van de kinderen, ouders én begeleiders is meertalig en heeft vaak een andere moedertaal dan het Nederlands. Een verrijking, maar wel een verrijking met extra uitdagingen. Want net in hun allerjongste jaren is veel Nederlands horen uiterst belangrijk voor de goede taalontwikkeling van kinderen. Huis van het Nederlands Brussel, het ankerpunt voor alles wat met Nederlands te maken heeft in Brussel, organiseert daarom coachtrajecten ‘Nederlands op de werkvloer’ voor kinderbegeleiders in Brusselse kinderdagverblijven. Met succes, zo blijkt uit de eerste resultaten.
“In ons kinderdagverblijf werken 4 begeleidsters. Drie van hen zijn Nederlandstalig en komen uit de Vlaamse rand. Roberta daarentegen heeft Engels en Twi (taal uit Ghana) als moedertaal. Haar gesproken Nederlands is goed, maar ik merkte dat haar schriftelijke communicatie niet altijd even vlot verliep. Verslagen van evaluatiegesprekken met ouders bijvoorbeeld. Ik ondersteunde waar het kon, maar voelde dat er meer nodig was. En dus contacteerde ik het Huis”, zegt Ilse Strypsteen, hoofd van kinderdagverblijf Stadsparadijs. Niet lang na haar eerste contact kwam Stefanie langs voor een kennismakingsgesprek: “In dat gesprek probeer ik te ontdekken wat de pijnpunten zijn en vertel ik hen hoe wij kunnen helpen. Ik observeer ook een eerste keer hoe het eraan toegaat in het kinderdagverblijf en ik ontmoet de kinderbegeleider die ik mag coachen.” Dat was dus Roberta Dankwah (28). Ze werkt al 5 jaar bij Stadsparadijs en verhuisde in 2012 van Ghana naar België. Nederlands leerde ze op de middelbare school én op de werkvloer. “Mijn eerste indruk? Oh nee, een taalcoach!” lacht Roberta. “Maar Stefanie stelde me al snel op mijn gemak waardoor ik het als een unieke kans zag om mijn Nederlands te verbeteren. En tegen mijn eigen verwachtingen in werd het al snel heel leuk.”