Terug naar overzicht

Een veilige sfeer is een voorwaarde: Nederlands voor Ouders in meertalig Brussel

Nederlands voor Ouders (NVO) wil meer laagdrempelige kansen creëren voor anderstalige ouders om Nederlands te oefenen Brussel

Nederlands voor Ouders (NVO) is een project van het Huis van het Nederlands Brussel. Waar schrijf ik me in voor een cursus Nederlands? Hoe kan ik meer Nederlands oefenen? Anderstalige ouders in Brussel zijn vaak heel gemotiveerd hun Nederlands te verbeteren. Maar ze vinden niet altijd de weg naar het cursusaanbod of hebben weinig kansen om de taal te oefenen. Wij gaan naar scholen en kinderdagverblijven om ouders te informeren en in contact te brengen met het Nederlands. We ondersteunen scholen en crèches in de communicatie met anderstalige ouders, begeleiden conversatietafels voor ouders en organiseren screenings en lessen Nederlands op de school. Een beter begrip van het Nederlands is óók in het belang van het kind dat Nederlandstalig onderwijs volgt. 

Ik wil echt graag mijn Nederlands verbeteren, want als mijn kinderen straks twaalf jaar oud zijn spreken ze thuis onderling een geheimtaal!”

Oefenen op de school van je kind: dichtbij en bekend

Stel je voor dat je nog maar net in Brussel woont. Je spreekt een heel klein beetje Frans of Engels en je kinderen gaan naar een Nederlandstalige school. Of misschien volgde je wel al lessen Nederlands maar heb je weinig tijd en mogelijkheden om de taal echt te oefenen. De leerkrachten op de school van je kind willen je graag iets duidelijk maken: aan de schoolpoort, tijdens het oudercontact, via briefjes in de schooltas. Je wilt graag de taal, die je kinderen ondertussen al onderling samen spreken, machtig zijn. Voor de grap roepen anderstalige ouders in Brussel wel eens uit: ik wil echt graag mijn Nederlands verbeteren, want als mijn kinderen straks twaalf jaar oud zijn spreken ze thuis onderling een geheimtaal! De voornaamste reden om dan Nederlands te spreken is om te volgen wat er op school gebeurt en te kunnen helpen met het huiswerk. 

Maar Nederlands oefenen is in grotendeels Franstalig Brussel niet altijd even voor de hand liggend. Directies en leerkrachten hebben zelf soms te weinig tijd om ouders hierbij intensiever te begeleiden. Wij ondersteunen scholen vooral om zelf een plek te zijn waar ouders zonder angst Nederlands kunnen oefenen. De leefwereld van sommige ouders kan erg klein zijn. De drempel om ergens verder weg in de stad een cursus te volgen is soms hoog. Maar mensen kennen vaak de school van hun kinderen goed. De ideale plek dus om lessen Nederlands op te starten of een conversatiegroep te organiseren. Bovendien oefenen ouders niet alleen hun Nederlands maar komen ze zo ook in contact met andere ouders op school. En zijn ze beter op de hoogte van wat er op school gebeurt. De conversatietafels en lessen Nederlands dragen op die manier ook positief bij aan de ouderbetrokkenheid.

Zeg telefoneren’ in plaats van bellen’, receptie’ in plaats van onthaal’”

Communiceren met anderstalige ouders 

Tijdens onze workshops Duidelijk Nederlands voor schoolteams of kinderbegeleiders willen we deelnemers onder andere bewuster maken van de rol die spreekangst speelt. We beginnen de workshop met een korte inlevingsoefening: vertel je buurman eens over je weekend in een taal die je niet goed beheerst, zoals bijvoorbeeld het Duits of Italiaans. Daarna vragen we de deelnemers naar welke gevoelens die oefening oproept. Vaak zeggen mensen dan: ik voelde me onzeker of nerveus. Daarbij staan niet alleen de taal zelf maar ook culturele verschillen in de weg bij een soepel contact met de ouders. Bijvoorbeeld hoe iemand aankijkt — of opkijkt — tegen leerkrachten of de directie. Wij weten als geen ander dat het soms onmogelijk is om in het Nederlands te blijven spreken. Scholen in Brussel schakelen tijdens oudercontacten ook wel eens de hulp van een tolk in. Bij alles wat we doen, gaan we er vanuit dat meertaligheid een meerwaarde is. Brussel is een meertalige stad en we willen op een inclusieve manier met al die talen omgaan. We geven vooral ook tips over hoe je in zowel mondelinge als schriftelijke communicatie duidelijker kunt zijn naar anderstaligen die de taal aan het leren zijn. Zeg telefoneren’ in plaats van bellen’, receptie’ in plaats van onthaal’. Internationale woorden, zoals wij ze noemen, zijn vaak gemakkelijker te begrijpen. Brieven en e‑mails van scholen zijn vaak erg formeel of wollig, met lange zinnen en veel figuurlijk taalgebruik. Tijdens de workshops merken we dat mensen soms bang zijn voor taalarmoede. Maar we tonen hoe je een boodschap kunt overbrengen aan iemand die nog niet veel Nederlands beheerst. Dat betekent níet dat je in ongrammaticale zinnen moet gaan spreken. Of dat je hele brief één grote rebus met illustraties is. Maar wél dat je onnodige versiersels in je zinnen weg mag laten. Wanneer je in een oudercontact zegt Het moeilijkste is achter de rug’ of ze heeft het onder de knie’ is dat moeilijk te begrijpen voor iemand die nog maar net Nederlands leert. Het gaat om bewustwording van kleine dingen die we, om het even figuurlijk te zeggen, toch vaak over het hoofd zien.

Als de sfeer goed zit snijden ouders zelf graag allerlei onderwerpen aan.”

Een conversatiegroep voor ouders begeleiden

Voor sommige ouders is de conversatietafel op de school van hun kind een van de weinige momenten waarop ze Nederlands kunnen oefenen. Een aangename en veilige sfeer zijn daarom belangrijk. Als het eerste contact met de taal positief is, is er meer kans dat de ouder gemotiveerd blijft om Nederlands te leren. Sommige anderstalige ouders hebben weinig onderwijs genoten en schamen zich voor hun fouten. We willen in de eerste plaats de drempel verlagen om Nederlands te spreken. Onze conversatiegroepen zijn in principe voor iedereen maar we focussen vooral op de lagere taalniveaus. Vaak durven mensen de eerste paar keren dat ze ons zien wat minder te zeggen. Het is aan ons om de ouder op zijn of haar gemak te stellen. Zodra iemand zich veilig voelt, vermindert de spreekangst aanzienlijk. Het is mooi om te zien wanneer dat gebeurt. De ouder stelt zich tijdens het gesprek steeds meer open en soms ben je als gespreksbegeleider aangenaam verrast door het taalniveau dat toch iets hoger blijkt te liggen dan je dacht. Als de sfeer goed zit snijden ouders zelf graag allerlei onderwerpen aan: lekker eten, vakanties, stofzuigers, persoonlijke zaken… Je bent verantwoordelijk voor een goede sfeer in een groep. Praten over persoonlijke onderwerpen of over politieke en religieuze thema’s kán erg leuk zijn, maar het zijn niet altijd de beste thema’s om een veilige sfeer te creëren waarbij iedereen zich comfortabel voelt. 

Methodieken

Het afgelopen jaar ontwikkelden we een nieuw en uitgebreid pakket met gespreksmateriaal. We werken met thema’s rondom ouder en kind. We spreken over allerlei onderwerpen: ochtendrituelen, voorlezen, wat staat er in een schoolagenda of rapport? Een rondleiding door de school, waarbij we de woorden herhalen die we zojuist gebruikt hebben, kan deel zijn van een conversatietafel. Was er op school al een uitstap naar de bibliotheek gepland? Als de school dat vraagt passen we onze conversatie-activiteit aan. Altijd met het oog op Nederlands oefenen. Ook de bezigheden en interesses van de ouders komen aan bod. We werken met verschillende taalspellen en gespreksmethodieken, zoals bijvoorbeeld Visual Thinking Strategies. Als er op een school tegelijkertijd lessen Nederlands voor ouders zijn opgestart proberen we contact te onderhouden met de leerkracht en op bezoek in de les te gaan. In het ideale geval volgen de ouders lessen Nederlands op school en komen dan een andere dag naar de conversatietafel om te oefenen. 

Ouders bereiken

Het is zeker niet altijd gemakkelijk ouders te bereiken. Als ouders zich komen inschrijven voor de lessen Nederlands tijdens de screening op school zijn we daar heel blij om. Maar daarna is het zaak ouders te blijven aanspreken en te betrekken bij het project. De samenwerking met de school is hierin belangrijk. Hoe meer betrokken de school is en ons helpt ouders te bereiken, hoe succesvoller het project zal zijn. In de ideale situatie vervolgt de school zelf bijvoorbeeld een conversatiegroep als wij na een semester de school verlaten. Daarom vragen we ook dat er bij iedere conversatietafel een (zorg)leerkracht of iemand anders van de school aanwezig is. Zij zijn een bekend gezicht voor de ouders. Wij verzorgen na afloop een vorming voor de nieuwe gespreksbegeleider van de school die daarna de conversatiegroep verder kan begeleiden. Als ouders gedurende het hele semester iedere week met een lach op hun gezicht Nederlands komen oefenen, voelt dat voor ons als een kleine overwinning.

Gwyn Bouwman, projectmedewerker Nederlands voor ouders’ bij het Huis van het Nederlands Brussel, gwyn.​bouwman@​huisnederlandsbrussel.​be

Meer informatie

www​.huisnederlandsbrussel​.be/​p​u​b​l​i​c​aties

Gids Duidelijk Nederlands op school: hoe communiceer je met ouders? 

Tips voor Nederlandstalige basisscholen in Brussel

Tips voor Nederlandstalige secundaire scholen in Brussel 

nederlandsvoorouders@​huisnederlandsbrussel.​be


Terug naar overzicht
Deel dit verhaal