Terug naar overzicht

Het Huis coacht kinderbegeleiders op de werkvloer

Kinderdagverblijven zijn geen eilanden. Noem ze gerust miniversies van de maatschappij waarin we leven. Zeker in het Brussels Gewest, waar verschillende talen en culturen elkaar ontmoeten. Dat zorgt voor een unieke situatie in de Nederlandstalige kinderdagverblijven. In principe zijn ze Nederlandstalig, maar het merendeel van de kinderen, ouders én begeleiders is meertalig en heeft vaak een andere moedertaal dan het Nederlands. Een verrijking, maar wel een verrijking met extra uitdagingen. Want net in hun allerjongste jaren is veel Nederlands horen uiterst belangrijk voor de goede taalontwikkeling van kinderen. Huis van het Nederlands Brussel, het ankerpunt voor alles wat met Nederlands te maken heeft in Brussel, organiseert daarom coachtrajecten Nederlands op de werkvloer’ voor kinderbegeleiders in Brusselse kinderdagverblijven. Met succes, zo blijkt uit de eerste resultaten. 

Kinderbegeleiders moeten niet alleen kinderen eten geven en verschonen, ze spelen ook een sleutelrol in hun taalontwikkeling.”

Coachtrajecten Nederlands op de werkvloer zijn niet nieuw. We bieden het al aan in verschillende Brusselse bedrijven en organisaties. Tot nu toe in samenwerking met onze partners, zoals de VDAB en Ligo Brusselleer. Maar sinds september 2021 bieden we ook zelf coaching aan in Brusselse kinderdagverblijven die door Kind & Gezin erkend zijn”, vertelt Stefanie Delplanche enthousiast. Zij is als taaladviseur en taalcoach bij Huis van het Nederlands Brussel verantwoordelijk voor coaching in Brusselse kinderdagverblijven. Drie kinderdagverblijven zijn net een traject gestart, drie andere hebben hun traject succesvol afgerond. Onder meer kinderdagverblijf Stadsparadijs’ in Ganshoren, dat deel uitmaakt van de groep i‑Mens.

Ik ondersteunde waar het kon, maar voelde dat er meer nodig was. En dus contacteerde ik het Huis.”

In ons kinderdagverblijf werken 4 begeleidsters. Drie van hen zijn Nederlandstalig en komen uit de Vlaamse rand. Roberta daarentegen heeft Engels en Twi (taal uit Ghana) als moedertaal. Haar gesproken Nederlands is goed, maar ik merkte dat haar schriftelijke communicatie niet altijd even vlot verliep. Verslagen van evaluatiegesprekken met ouders bijvoorbeeld. Ik ondersteunde waar het kon, maar voelde dat er meer nodig was. En dus contacteerde ik het Huis”, zegt Ilse Strypsteen, hoofd van kinderdagverblijf Stadsparadijs. Niet lang na haar eerste contact kwam Stefanie langs voor een kennismakingsgesprek: In dat gesprek probeer ik te ontdekken wat de pijnpunten zijn en vertel ik hen hoe wij kunnen helpen. Ik observeer ook een eerste keer hoe het eraan toegaat in het kinderdagverblijf en ik ontmoet de kinderbegeleider die ik mag coachen.” Dat was dus Roberta Dankwah (28). Ze werkt al 5 jaar bij Stadsparadijs en verhuisde in 2012 van Ghana naar België. Nederlands leerde ze op de middelbare school én op de werkvloer. Mijn eerste indruk? Oh nee, een taalcoach!” lacht Roberta. Maar Stefanie stelde me al snel op mijn gemak waardoor ik het als een unieke kans zag om mijn Nederlands te verbeteren. En tegen mijn eigen verwachtingen in werd het al snel heel leuk.

Kinderbegeleiders moeten niet alleen kinderen eten geven en verschonen, ze spelen ook een sleutelrol in hun taalontwikkeling. Ze vertellen verhalen, zingen liedjes, troosten hen, moedigen hen aan. Het is belangrijk dat dat in helder Nederlands gebeurt, zodat de kinderen net dat Nederlands overnemen. Ook in de communicatie naar de ouders en collega’s is het belangrijk dat er in duidelijk Nederlands gecommuniceerd wordt, want vaak gaat het over delicate onderwerpen”, legt Stefanie uit. Ze werkte met Roberta zowel aan haar schriftelijke als mondelinge vaardigheden. Eén keer per week, vijftien weken lang.

Beginnen doen we altijd met een babbel: hoe gaat het met je? Heb je bepaalde zorgen? Op die manier wist ik of haar hoofd die dag naar Nederlands stond. Met die informele babbels stelde ik haar meteen op haar gemak, omdat ze Nederlands kon oefenen zonder al te veel druk. Daarna observeerde ik Roberta een uur op de werkvloer, terwijl ze met de kinderen bezig was. Het andere uur coachte ik haar.” Eerste werkpunt: Roberta’s schriftelijke verslagen. Ik dacht dat ik voor die verslagen heel formeel Nederlands moest gebruiken, dat de verslagen anders niet goed genoeg waren. Met als gevolg dat mijn verslagen net niet duidelijk waren. Stefanie leerde me dat ik voor zulke verslagen simpel Nederlands mag gebruiken. Vertel me wat je denkt en schrijf het zo op, in korte zinnen. Dat was haar gouden tip. Na twee sessies waren mijn verslagen al een pak helderder”, vertelt Roberta fier. Maar we werkten ook aan haar communicatie met de kinderen”, vult Stefanie aan. Ik probeer altijd te zoeken naar wat de begeleiders prikkelt of passioneert. Roberta leest graag verhalen voor aan de kinderen. Ik vroeg haar dan ook geregeld om zo’n verhaaltje op te nemen en naar mij door te sturen. De volgende sessie analyseerden we dan samen haar uitspraak en intonatie. Op die manier kon ze bijvoorbeeld zelf horen welke woorden ze fout uitsprak. Ze maakte snel vooruitgang, waardoor ook haar spreekdurf en zelfvertrouwen erop vooruitgingen.” Na een tijdje voegde Roberta zelfs liedjes toe aan verhaaltjes. Zangcoaching kreeg ik net niet”, grapt Roberta.

Verzelfstandigen’ is een rode draad doorheen de coaching. De kinderbegeleiders leren hoe ze ook na de coaching verder aan de slag kunnen met het Nederlands. En ze dienen het coachtraject te combineren met een cursus Nederlands of conversatietafels Nederlands. Roberta bijvoorbeeld combineerde de coaching met een cursus schriftelijk Nederlands. Dat was nuttig, omdat ik meteen met Stefanie kon toepassen wat ik geleerd had en omgekeerd. Evident was het zeker niet: werken én gecoacht worden én naar de avondles gaan. Het was bij momenten vermoeiend.

Dat bevestigt ook Ilse: Je moet er als kinderdagverblijf volledig achter staan. Het uur dat Roberta gecoacht werd sprong ik in bij de kindjes. Dat was zeker tijdens de coronapiek geen sinecure, omdat we toen sowieso al met personeelstekorten kampten. Maar als ik vandaag zie wat Roberta en Stefanie samen verwezenlijkt hebben. Ik had nooit verwacht dat ze op zo’n korte tijd op zoveel vlakken vooruit zou gaan. Ik ben ontzettend blij dat we de stap naar coaching Nederlands op de werkvloer hebben durven zetten.” De flexibiliteit van Ilse speelde dan ook een grote rol in het succes van Roberta zegt Stefanie: Die flexibiliteit heeft ervoor gezorgd dat Roberta zonder al te veel kopzorgen haar traject kon afronden en elke week zelfstandiger werd.

Dankzij de coaching van Stefanie kan ik vandaag niet alleen heldere verslagen schrijven, ik kan ook veel beter communiceren met de kinderen, ouders én collega’s. Ik voel me nog beter in mijn vel als kinderbegeleidster en dat straal ik uit denk ik. Ik heb nog veel te leren, maar dat is normaal. Ik ben fier ja!” zegt Roberta. En ze zet door, want ze verbetert haar Nederlands nog altijd met de app Duolingo en neemt binnenkort deel aan Nederlandse conversatietafels. Of ze de coaching ook aanraden aan collega’s uit andere Brusselse kinderdagverblijven? Uiteraard”, zeggen Ilse en Roberta in koor. Met de nodige inzet, flexibiliteit en enthousiasme zet je al in 5 maanden tijd grote stappen vooruit. Bedankt Stefanie!

Meer info over Coaching Nederlands op de werkvloer in kinderdagverblijven’ via het Huis van het Nederlands Brussel? Contacteer Stefanie Delplanche stefanie.​delplanche@​huisnederlandsbrussel.​be


Terug naar overzicht
Deel dit verhaal