Een Nederlandstalige kunstacademie in een meertalige stad. Spreken we daar alleen maar Nederlands? Communiceren we in meerdere talen? Wat met ouders die afhaken net omwille van het Nederlands? Heel wat vragen waar de Hoofdstedelijke Kunstacademie in Brussel al een tijdje mee worstelde. Tot plots het Huis van het Nederlands op haar pad kwam. Het Huis liet de Academie bewust nadenken over de rol van het Nederlands op school. Met enkele verrassende initiatieven als resultaat. Een interview met directeur Solange Bertrand en ‘duwer’ Brandon Calluy.
“Twee jaar geleden kwam er tijdens het samenwerkingsoverleg van de Brusselse kunstacademies plots een oproep. Wie wil er samen met Huis van het Nederlands zijn taalbeleid onder de loep nemen? Dat is iets voor ons dacht ik meteen!” Solange Bertrand, directeur van de Hoofdstedelijke Kunstacademie in Brussel, vertelt enthousiast over hoe het allemaal begon. “We zijn een Nederlandstalige kunstacademie in een meertalige stad. Veel leerlingen en hun ouders hebben een andere moedertaal. Dat maakt het niet altijd evident om hen te betrekken bij de academie. Tegelijk willen we onze leerlingen net alle kansen geven, ongedacht hun moedertaal. De docenten hadden daar veel vragen over, waardoor het voorstel als geroepen kwam.” Solange riep haar collega’s samen en vroeg wie zin had om zich te engageren voor het project. Zes docenten uit verschillende disciplines (muziek, dans en woord) gaven zich op en vormden een werkgroep. Brandon Calluy, docent theater aan de Academie, mocht de groep “duwen”. “Ik ging mijn collega’s als het ware enthousiasmeren. Wie wil wat doen? Wie wil waar over nadenken? Ik hield Solange en de stad Brussel ook op de hoogte van onze vorderingen. En ik ging zelf ook aan de slag uiteraard”, vertelt hij.