Terug naar overzicht

“Een kunstleraar en een leraar Nederlands in dezelfde klas: dat is uniek!”

Nederlands leren terwijl je een ets maakt, een affiche ontwerpt of leert zeefdrukken. Klinkt fijn, nee? In kunstacademie Sint-Lukas in Schaarbeek kan het sinds kort. Negen anderstalige ouders van leerlingen aan de kunstacademie maken elke dinsdagnamiddag de kunstenaar in zichzelf wakker. Om te ontdekken wat hun kinderen leren op de academie én om tegelijk een aardig woordje Nederlands te leren. Een nieuwe op maat gemaakte lessenformule waarbij Sint-Lukas en het Huis van het Nederlands de handen in elkaar hebben geslagen. 

Onze academie ligt in een diverse wijk in Schaarbeek. Onze leerlingen en dus ook hun ouders spreken thuis verschillende talen. Dat is een verrijking voor onze school, maar tegelijk ook een barrière: we merken dat het contact tussen de academie en de ouders niet altijd even vlot verloopt” zegt Laure D’hoe, kunstlerares bij Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) Sint-Lukas. Daarbovenop willen we onze academie verbinden met de wijk. Wij zijn geen eiland, integendeel. Iedereen moet zich hier welkom voelen, ook als je nog niet goed Nederlands spreekt”. En dus stapte DKO Sint-Lukas naar het Huis van het Nederlands. Konden zij hen naar oplossingen helpen zoeken? 

Dat kon, uiteraard. Het Huis van het Nederlands startte een taalbeleidstraject op. Een werkgroep ging aan de slag en kwam meteen met een aantal actiepunten. Het meest uit het oog springende actiepunt? Lessen Nederlands voor de ouders van de leerlingen. Geen lessen met een grammaticaboek voor een krijtbord. Nee, lessen in een kunstatelier, op de plaats waar hun eigen kinderen kunst maken. We doen aan co-teaching”, legt Karen Paemen uit, leerkracht Nederlands verbonden aan CVO Lethas. Laure en ik geven samen les. Zij gaat aan de slag met kunst, ik leer de cursisten Nederlands. We starten de les met taal. Tijdens de eerste 50 minuten overlopen we de specifieke woordenschat van de les ervoor. Ik stuur hen die woordenschat telkens door in ons WhatsAppgroepje, zodat ze thuis alles kunnen overlopen en oefenen. Er komt dan ook wat grammatica aan bod. De laatste 50 minuten trekken we het atelier in. Laure leert hen een nieuwe kunsttechniek. Meteen in de actie én in het Nederlands uiteraard.

Negen ouders met diverse profielen schreven zich in voor het traject. Tien lessen zijn er gepland. Vandaag vindt de voorlaatste plaats. Ramon, een Spaanse expat, heeft nog geen les gemist: Mijn zoon en dochter volgen les aan de Academie. Het leek me interessant om te leren wat zij leren en om tegelijk mijn Nederlands te verbeteren. Ik heb vroeger al een paar lessen Nederlands gevolgd, maar liep telkens vast wanneer ik ook effectief moest spreken. Hier durf ik wel spreken én leer ik nog mooie dingen maken ook. Nooit gedacht dat het op die manier wel zou lukken!”

Op het programma vandaag: terugblikken op de woordenschat van vorige week, toen ze een ets hebben gemaakt. Wie weet nog hoe we de ets hebben gemaakt?”, vraagt Laure. Sabrina, een Franstalige mama, twijfelt. Te moeilijk om uit te leggen”, lacht ze. Laure overloopt de woorden en werkwoorden samen met Karen: Koper. Plaat. Inkt. Insmeren. Krassen. Opruimen. Hoe vervoegen we dat weer, opruimen?” Cursist Fabian, ook Franstalig, probeert. Het lukt hem. Zijn zoon volgt les aan DKO Sint-Lukas. Sinds ik de lessen volg maken mijn zoon en ik vaak samen zijn huiswerk in het Nederlands. Ik versta uiteraard niet alles wat hij zegt want ik heb een serieuze achterstand ten opzichte van hem. Maar dat maakt niet uit, ik voel me nu tenminste betrokken bij wat hij doet op school. Het is heel fijn om al doende een taal te leren. Een taal uit boeken leren is niets voor mij, dit werkt wel”, zegt hij fier.

Na 50 minuten taalles is het aan Laure: tijd om naar het atelier te gaan. Vandaag gaan we zeefdrukken”, kondigt ze aan. Wie kent er Andy Warhol? Het bekende schilderij met Marilyn Monroe in verschillende kleuren? Dat is een zeefdruk!” Laure legt de verschillende stappen van het zeefdrukken uit en laat de cursisten er meteen zelf mee aan de slag gaan. Zeefraam, verf, rakel, droogrek, … bij elke stap worden de woorden benoemd en herhaald. Of het niet ontzettend moeilijk is om woordenschat over kunst te leren als je nog maar een beginnersniveau hebt? Evident is het niet, maar het is wel een methode die werkt. De cursisten denken na over hun handelingen, ze stellen vragen over hoe iets moet, ze zoeken naar woorden. Ze leggen vaak de link met hun eigen taal. Vaak krijgen ze dan aha momenten, dat zijn momenten waarop je een taal echt onthoudt”, zegt Laure. Karen bevestigt: We passen onze lessen ook aan de groep aan. Iedereen hier heeft een minimumniveau Nederlands, het was geen totaal vreemde taal. Ze mogen al doende fouten maken en die fouten verbeteren we samen. Dat gaat veel natuurlijker en gemoedelijker in een atelier dan in een klas waar iedereen achter zijn boeken zit. Beginners maken trouwens zo goed als altijd dezelfde fouten tegen het Nederlands, of dat nu in de klas of in een atelier is. In dit atelier kunnen we die fouten op een losse manier meteen al verbeteren.”

De lesformule is volledig nieuw. Zo nieuw dat Laure en Karen al tijdens het traject de manier van lesgeven hebben verbeterd. Na enkele lessen hielden ze een feedbackmoment met de cursisten en vroegen ze wat er goed was en wat er beter kon. We leren van hen en van elkaar, want het is uniek dat een kunstleraar en een leraar Nederlands samen in dezelfde klas staan. We zijn als lesgevers naar elkaar toegegroeid. Net als de groep, we voelen dat ze gemotiveerd blijven, ook na les 9”, besluit Karen. Cursist Ramon aanschouwt intussen met plezier zijn zeefdruk: een reeks speciale driehoeken en rechthoeken in blauw en roze. Die kan hij zo meteen aan zijn kinderen laten zien. Of niet? Telkens ik Nederlands met hen wil spreken bekijken ze mij met een gezicht dat boekdelen spreekt. Je moet niet proberen papa is dan de boodschap. Blijkbaar vinden ze mijn accent niet goed genoeg. Maar ach, ik versta hen nu tenminste beter wanneer ze met hun huiswerk bezig zijn. En ik heb eindelijk het gevoel dat mijn Nederlands erop vooruitgaat. Dankzij Karen en Laure. Dank jullie dames!”

Meer info over onze taalbeleidstrajecten? Contacteer taaladvies@​huisnederlandsbrussel.​be


Terug naar overzicht
Deel dit verhaal